Meer oefeninformatie:
Ischiasoefeningen
Oefening en rugpijn
Nek Pijnoefeningen
Buikoefeningen
Effectief uitvoeren van oefenbalactiviteiten vereist een zorgvuldige selectie van de juiste maat oefenbal. Omdat persoonlijk overleg niet altijd mogelijk is, hebben fysiotherapeuten, oefentrainers en andere professionals verschillende richtlijnen opgesteld om te gebruiken bij het kiezen van de juiste maat oefenbal.
Wanneer u rechtop op een oefenbal zit:
- Voeten moeten plat op de grond staan – met een gelijkmatige gewichtsverdeling.
- Knieën moeten vlak of iets lager zijn dan het bekken – een hoek van 90 graden of iets groter creëren op de heupen en knieën (dijen parallel aan de grond of licht naar beneden gericht).
- Bekken, schouders en oren moeten in een verticale lijn staan – het lichaam mag niet in een richting leunen als tegenwicht. Lichtjes op en neer stuiteren zal gewoonlijk deze uitlijning produceren.
Oefenballen zijn er over het algemeen in vijf verschillende diametrale maten. Elk van deze maten wordt dienovereenkomstig gebruikt voor mensen met verschillende lichaamssamenstellingen.
Zie Hoe u een oefenbalprogramma start
Het is belangrijk op te merken dat lengte alleen niet de enige factor is bij het bepalen van de balmaat. Omdat de oefenballen flexibel zijn en weerstand bieden, is ook het gewicht een belangrijke factor.
Een algemene richtlijn voor de overeenkomst tussen de hoogte en de diameter van de oefenbal is als volgt (dit veronderstelt dat het gemiddelde lichaamsgewicht evenredig is aan de lengte):
|