Tom Wolfe, volledig Thomas Kennerly Wolfe, Jr., (geboren op 2 maart 1930, Richmond, Virginia, VS – overleden op 14 mei 2018, New York, New York), Amerikaanse romanschrijver, journalist en sociaal commentator die een vooraanstaand criticus van het hedendaagse leven was en een voorstander van New Journalism (de toepassing van fictie-schrijftechnieken op journalistiek).
Na zijn studie aan Washington en Lee University (BA, 1951), Wolfe, een getalenteerde honkbalwerper, probeerde het met de New York Giants, maar haalde het team niet. Daarna studeerde hij aan de Yale University (Ph.D., 1957) en schreef vervolgens voor verschillende kranten, waaronder de Springfield Union in Massachusetts en The Washington Post. In de vroege jaren zestig verhuisde hij naar New York City en droeg al snel bij aan verschillende publicaties, met name de tijdschriften New York, Esquire en Harpers. Rond deze tijd nam Wolfe zijn kenmerkende kleding aan: een driedelig wit pak en een zijden overhemd met hoge kraag.
Wolfes eerste boek, The Kandy-Kolored Tangerine-Flake Streamline Baby (1964), is een collectie van essays die Amerikaanse trends en beroemdheden uit de jaren zestig hekelden. Dat werk – vooral het titelstuk over auto-customizers, waarvan werd gemeld dat het een lange memo was aan zijn redacteur bij Esquire – hielp bij het ontstaan van New Journalism. De Electric Kool-Aid Acid Test (1968) werd een klassieker van de tegencultuur uit de jaren 60. Het vertelt de avonturen van Ken Kesey en de Merry Pranksters, die bekend stonden om het gebruik van psychedelische drugs, vooral LSD. Wolfes andere non-fictiewerken waren Radical Chic & Mau-Mauing the Flak Catchers (1970), The Painted Word (1975), From Bauhaus to Our House (1981) en The Worship of Art : Opmerkingen over de nieuwe God (1984). The Right Stuff (1979; film 1983), dat aspecten van het eerste Amerikaanse astronautenprogramma onderzoekt, kreeg lovende kritieken en was een bestseller.
Gemotiveerd door de wens om het sociaal realisme in de literatuur nieuw leven in te blazen – zoals hij uitdrukte in een veelbesproken manifest dat in 1989 in Harpers werd gepubliceerd – wendde Wolfe zich tot fictie. Zijn eerste twee romans waren The Bonfire of the Vanities (1987; film 1990), een uitgestrekte roman over stedelijke hebzucht en corruptie, en A Man in Full (1998), een kleurrijke panoramische voorstelling van het hedendaagse Atlanta. Wolfes Hooking Up (2000) is een verzameling fictie en essays, allemaal eerder gepubliceerd, behalve “My Three Stooges”, een schandalige tirade over John Updike, Norman Mailer en John Irving, die allemaal kritisch waren geweest over A Man in Full.
Wolfes derde roman, I Am Charlotte Simmons (2004), onderzoekt het moderne studentenleven aan de fictieve Dupont University door de ogen van een kleine stad hoofdrolspeler Charlotte Simmons. Back to Blood (2012) onderzoekt (en spot met) de complexiteit van rassenverhoudingen in Miami. Wolfe keerde terug naar de non-fictie met The Kingdom of Speech (2016), waarin hij scherpe kritiek uitte op Charles Darwin en Noam Chomsky terwijl hij voerde dat aan taal was niet het resultaat van evolutie.
In 2010 ontving Wolfe de Medal for Distinguished Contribution to American Letters van de National Book Foundation.