Verschillende soorten bewegingen van het object geven aanleiding tot verschillende soorten wrijving. Over het algemeen zijn er 4 soorten wrijving. Het zijn statische wrijving, glijdende wrijving, rolwrijving en vloeiende wrijving. De volgende secties zullen deze krachten onderzoeken en wanneer ze worden toegepast.
Static FrictionEdit
Statische wrijving bestaat tussen een stilstaand object en het oppervlak waarop het rust. Het voorkomt dat een voorwerp tegen het oppervlak beweegt.
Voorbeeld: Statische wrijving voorkomt dat een voorwerp zoals een boek van het bureau valt, zelfs als het bureau licht gekanteld is. Het helpt ons een object op te pakken zonder dat het door onze vingers glipt.
Als we eerst een object willen verplaatsen, moeten we de statische wrijving tussen het object en het oppervlak waarop het rust, overwinnen.
Een stilstaand boek aan de oppervlakte
Sliding FrictionEdit
Glijdende wrijving treedt op tussen objecten terwijl ze tegen elkaar glijden.
Wanneer glijdende wrijving optreedt, moet er een andere kracht aanwezig zijn om het lichaam in beweging te houden.
Voorbeeld: wanneer een man een object op een ruw oppervlak duwt, wordt de werkende kracht “glijdende wrijving” genoemd.
Rolling FrictionEdit
Rollende wrijving is de weerstandskracht die de beweging van een rollende bal of wiel vertraagt. Het wordt ook wel rolweerstand genoemd.
Wanneer een kracht of koppel wordt uitgeoefend op een stationair wiel, is er een kleine statische wrijvingskracht die de rolbeweging tegenhoudt. De weerstand tegen statische glijdende wrijving zorgt er echter voor dat het wiel echt gaat rollen. Rollende wrijving belemmert de beweging van een object dat over een oppervlak rolt, wat betekent dat het de beweging van een object dat over een oppervlak rolt, vertraagt.
Voorbeelden: het vertraagt het rollen van een bal op een oppervlak en het vertraagt de beweging van de band die over het oppervlak rolt.
Net als glijdende wrijving is hier ook een andere kracht nodig om het object in beweging te houden, bij het trappen van de fiets levert de fietser de kracht die nodig is om de fiets te laten bewegen in beweging.
Een bal die over een oppervlak rolt
Fluid FrictionEdit
Hier op aarde hebben we de neiging om luchtweerstand (ook wel “slepen” genoemd) als vanzelfsprekend te beschouwen. We gaan er gewoon van uit dat wanneer we een bal gooien, een vliegtuig, een ruimtevaartuig deorbiteren, of een kogel afvuren met een geweer, zodat het op natuurlijke wijze zal vertragen wanneer het door onze atmosfeer reist. Maar wat is de reden hiervoor? Hoe kan lucht een object afremmen, of het nu is in vrije val of in vlucht? Lucht wrijving wordt ervaren door de objecten die door de open lucht bewegen. Luchtwrijving werkt tussen het object en de lucht waardoor het beweegt. Het wordt ook wel slepen genoemd. Deze kracht hangt af van de vorm, het materiaal, de snelheid waarmee het object beweegt en de viscositeit van de vloeistof. Viscositeit is de maat voor de weerstand van de lucht om te stromen en verschilt van de ene dichtheid naar de andere.
Voorbeeld: het vertraagt de beweging van een vliegtuig dat in de lucht vliegt, hier helpt de motor van het vliegtuig het vliegtuig om de vloeiende wrijving te overwinnen en vooruit te komen.
Een vliegtuig in de lucht