Licht en geluid zijn heel verschillend. Geluid is eigenlijk een mechanische storing door lucht of een ander medium. Geluid heeft altijd een medium nodig om doorheen te reizen en het type medium bepaalt de snelheid ervan.
Stel je voor dat een stel moleculen in de lucht rondstuiteren. Als je een object raakt of een snelle beweging maakt, zullen de moleculen die je duwt de moleculen ervoor raken. Je krijgt deze storing in de reisrichting van hoe je de eerste beweging hebt gemaakt, en het zal door het medium bewegen. Dat is hoe geluid reist – als een drukgolf.
Licht daarentegen is geen drukgolf – het is een fundamenteel deeltje. Een lichtstraal wordt meestal een foton genoemd en het is een elektromagnetische storing. Licht heeft geen medium nodig om te reizen.
De snelheid van geluid door de lucht is ongeveer 340 meter per seconde. Het is sneller door water en het is nog sneller door staal. Licht reist door een vacuüm met 300 miljoen meter per seconde. Het zijn dus totaal verschillende schalen.
Geen enkele informatie kan zich sneller voortplanten dan de lichtsnelheid. Als je licht hebt dat door een medium gaat, kan het langzamer reizen dan dat. Maar de snelheid van het geluid en de snelheid van het licht zijn totaal onvergelijkbaar.
Normaal gesproken merkt u dit snelheidsverschil niet van dag tot dag. Dit snelheidsverschil wordt bijvoorbeeld wel duidelijk bij bliksem. Je zult bliksem altijd zien voordat je het hoort, omdat bliksem meestal anderhalve kilometer ver weg is. Dat is een afstand die groot genoeg is om dat snelheidsverschil duidelijk te maken voor je hersenen.