Doel: Het beschrijven van de klinische kenmerken van alcoholonttrekkingsaanvallen bij patiënten die worden behandeld met een gestandaardiseerd protocol van kortwerkende benzodiazepinen.
Methoden: Grand mal-aanvallen werden prospectief geïdentificeerd in een cohort van 1044 patiënten die achtereenvolgens werden opgenomen in een intramurale alcoholontgiftingsafdeling in een Veterans Affairs Medical Center. Alle patiënten kregen een 72 uur durende gestructureerde afbouw van oxazepam met extra oxazepam zonder beperking in hoeveelheid en duur in reactie op ontwenningsverschijnselen van alcohol.
Resultaten: Elf aanvallen kwamen voor met een totaal percentage van 1,1%. Het waren allemaal enkele grand mal-aanvallen. Aanvallen traden op van 52 tot 306 uur na opname, met een gemiddelde van 122 uur (5 dagen). Een consistente relatie tussen de aanvallen en het stoppen van oxazepam werd opgemerkt, met een piekincidentie 12-48 uur na de laatste dosis oxazepam. In geen geval ontwikkelden zich na de aanval terugkerende ontwenningsverschijnselen of delirium tremens. Patiënten met aanvallen waren iets ouder, hadden vaker eerder ontwenningsaanvallen gehad (50% vs. 13%, p = 0,03) en hadden een ernstiger ontwenningskuur dan controles.
Conclusies: Epileptische aanvallen bleven voorkomen in een lage maar meetbare snelheid bij het stoppen met alcohol behandeld met een kortwerkende benzodiazepine. De klinische kenmerken van de aanvallen zijn anders dan die welke klassiek worden beschreven bij onbehandelde patiënten, waarbij de aanvallen nauw verband houden met het stoppen met oxazepam en niet met het stoppen met alcohol.