Mozaïek van Romeinse boer met vee en ploeg
Traditioneel was de Romeinse samenleving buitengewoon star. In de eerste eeuw waren er echter steeds meer bekwame mannen om het uitgestrekte rijk van Rome te leiden.
De sociale structuur van het oude Rome was gebaseerd op erfelijkheid, bezit, rijkdom, burgerschap en vrijheid. Het was ook gebaseerd op mannen: vrouwen werden bepaald door de sociale status van hun vaders of echtgenoten. Er werd van vrouwen verwacht dat ze voor de huizen zorgden en slechts weinigen waren echt onafhankelijk.
Gekleed om indruk te maken
De grenzen tussen de verschillende klassen waren strikt en wettelijk afgedwongen: leden van verschillende klassen waren zelfs anders gekleed. Alleen de keizer mocht een paarse toga dragen, terwijl senatoren een witte toga konden dragen met de latus clavus, een brede paarse streep langs de rand. Ruiter-togas hadden een smalle paarse streep (clavus augustus).
Hoewel de klassen strikt gedefinieerd waren, was er veel interactie. Slaven en enkele vrije mannen werkten in huizen van de hogere klassen, zoals de senatoren en patriciërs. Soldaten vermengden zich ook met hun officieren.
Bescherming
De Romeinse samenleving omvatte ook een systeem van bescherming. Leden van de hogere klassen – de patroni – boden bescherming aan vrijgelatenen of plebejers, die hun cliens werden. Mecenaat kan bestaan uit geld, voedsel of juridische hulp. Traditioneel werden alle vrijgelaten slaven de cliens van hun voormalige eigenaar.
In ruil daarvoor ontvingen patroni respect en politieke gunsten. Tijdens het rijk moesten cliens hun patroni dagelijks groeten, en het aantal van deze begroeters hielp bij het bepalen van de sociale status. Aan de grenzen van het rijk dienden Romeinse generaals als beschermheilige voor de mensen die ze veroverden, terwijl Romeinse provincies of steden vaak een invloedrijke senator zochten om op te treden als beschermheilige en toezicht te houden op hun belangen in Rome.
De uitverkorenen
Ondanks Door de onbuigzaamheid van de Romeinse samenleving was vooruitgang altijd mogelijk voor de selecte groep. Rijkdom en bezit waren bekende routes naar sociale vooruitgang, net als bescherming door de keizer – op een gegeven moment maakte Caligula zelfs een paard tot senator.
In de loop van de tijd is de samenleving wel veranderlijker geworden. Augustus breidde de hippische orde uit en nam ze in dienst op hogere administratieve functies. Tegen het einde van de eerste eeuw werden ruiters gerekruteerd in de Senaat.
Lidmaatschap van de paardensportklasse was niet beperkt tot in Italië geboren staatsburgers, dus het was een grote stap om ruiters toe te laten aan de Senaat. Na verloop van tijd zou de Senaat openstaan voor Romeinse burgers van buiten Italië. Tegen het einde van de eerste eeuw zou zelfs de keizer zelf in het buitenland worden geboren.
Where to next:
Writers – Petronius
Writers – Juvenal