Gedicht ' In Flanders Fields '

In Flanders Fields

In de velden van Vlaanderen blazen de klaprozen
Tussen de kruisen, rij op rij,
Dat markeert onze plaats; en in de lucht
De leeuweriken, nog steeds dapper zingend, vliegen
Schaars gehoord te midden van de kanonnen beneden.
Wij zijn de Doden. Korte dagen geleden
We leefden, voelden de dageraad, zagen zonsondergang gloeien,
Geliefd en waren geliefd, en nu liggen we
In de velden van Vlaanderen.
Neem onze ruzie met de vijand op:
Om u van falende handen gooien we
De fakkel; wees van jou om het hoog te houden.
Als je het geloof breekt met ons die sterven
We zullen niet slapen, hoewel papavers groeien
In de velden van Vlaanderen.

John McCrae
Een van de meest aangrijpende herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog is het aangrijpende gedicht In Flanders Fields, geschreven door John McCrae, een Canadese legerarts, na de dood van zijn naaste vriend en landgenoot Luitenant Alexis Helmer. Helmer kwam op 2 mei 1915 om het leven toen een granaat explodeerde tijdens de tweede Duitse gasaanval. Bij afwezigheid van een aalmoezenier leidde McCrae zelf de uitvaartdienst voor zijn vriend. Verdriet en het trauma van de oorlog inspireerden zijn gedicht.

Majoor John McCrae werkte toen in een veldverbandstation op de weg tussen Ieper en Boezinge. Daar was hij vooral betrokken bij de behandeling van slachtoffers van de Duitse gasaanvallen. Kort nadat hij het gedicht had geschreven, werd hij als hoofd van de medische dienst overgebracht naar een Canadees veldhospitaal in Frankrijk, waar de gewonden van de veldslagen van de Somme, Vimy Ridge, Arras en Passendale werden behandeld.

McCrae gooide het vel papier weg waarop hij het gedicht had geschreven. Het zou misschien nooit zijn gepubliceerd, maar voor een collega-officier die de aantekeningen van McCrae vond en ze naar een aantal Londense tijdschriften stuurde. Het gedicht verscheen voor het eerst in het tijdschrift Punch en raakte meteen de harten van het Britse volk.

In de zomer van 1917 kreeg John McCrae aanvallen van astma en bronchitis, vrijwel zeker als gevolg van het inademen van chloorgas tijdens de Tweede Slag bij Ieper. Op 23 januari 1918 werd McCrae ziek door een longontsteking en werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Hij stierf vijf dagen later op slechts 46-jarige leeftijd. McCrae is begraven in Wimereux, ten noorden van Boulogne (Frankrijk).

Canal bank – Essex Farm Cemetery
Een van de bekendste sites in de Ieperboog is Essex Farm Cemetery en het nabijgelegen ADS (Advanced Dressing Station), waar John McCrae begin mei 1915 zijn wereldberoemde gedicht In Flanders Fields schreef. Naast de begraafplaats en de aangrenzende betonnen schuilplaatsen van het oude kleedstation, heeft de oever van het kanaal ook onlangs opengesteld voor het publiek over een afstand van 450 meter. Hier stonden in april 1915 de kanonnen van de 1st Canadian Artillery Brigade en het was op deze plek kort daarna dat de Royal Engineers een aantal schuilplaatsen en dugouts bouwden ter bescherming van de troepen in de hoge kanaaloever. Deze bank werd oorspronkelijk in de 17e eeuw gegraven door de Franse militaire architect Vauban als een ‘retranchement’, een grote vesting langs het kanaal, dat meer dan 50 jaar de noordgrens vormde van het Franse rijk van Lodewijk XIV. Kort na de wapenstilstand van 1918 dienden de talrijke bunkers in de bank ook als tijdelijke accommodatie voor veel van de naar huis terugkerende vluchtelingen. Hoog op de kanaaloever staat een monument voor de 49ste West Riding Division, die hier voor het eerst werd ingezet in de zomer van 1915 en zware verliezen leed.
Naast Diksmuidseweg 148 – 8900 Ieper. Gratis toegang

The Poppy
Geen enkel symbool herinnert zo sterk aan de Grote Oorlog als de poppy. Het komt naar voren in elke ceremonie en parade op Remembrance Day. Elk jaar worden tientallen miljoenen papieren klaprozen verzameld. Hun felrode kleuren springen op 11 november in het oog, zowel op mensen als op monumenten. De oorsprong van de ‘remembrance poppy’ is te vinden in een gedicht van John McCrae, een Canadese legerarts. Op het verder kale front, waar onlangs duizenden soldaten waren omgekomen, zag hij enorme aantallen klaprozen bloeien. Een militair kerkhof vol klaprozen is een beeld dat tot de verbeelding spreekt en sterk de dubbelzinnigheid oproept die zo kenmerkend is voor de Grote Oorlog.

Want de klaproos heeft vele aspecten: onstuitbaar maar vluchtig, verwelkt maar ook opbeurend. Het is een kwetsbare bloem, op de grens tussen ode en elegie. Voor McCrae hield de klaproos de herinnering levend aan een jonge generatie die in de kiem gesmoord werd voordat hij kon bloeien. Zijn woorden raken een snaar bij een groot aantal lezers.

John McCrae zou het succes van zijn gedicht niet meemaken. In 1918, het jaar waarin McCrae stierf, werd een jonge Amerikaanse vrouw de eerste die een zijden klaproos op haar kleren speldde.Haar symbolische gebaar werd overal in het Britse Gemenebest gekopieerd en de klaproos werd al snel aangenomen als het officiële symbool voor de herdenking van de slachtoffers van de Grote Oorlog.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *