Flicker

Flicker, een van de verschillende Nieuwe Wereld spechten van het geslacht Colaptes, familie Picidae (zie aldaar), die bekend staan om hun tijd op de grond door te brengen met het eten van mieren. Het plakkerige speeksel van de flikkering is alkalisch, misschien om het mierenzuur tegen te gaan dat mieren afscheiden. Zijn snavel is slanker dan bij de meeste spechten en is licht naar beneden gebogen. De zes soorten – de meeste met een witte stuit, een zwarte borstband en gevarieerde kopmarkeringen – omvatten de geelstaartflikker (C. auratus) van oostelijk Noord-Amerika, die meer dan 100 lokale namen heeft. Deze goudvleugelige vorm, die ongeveer 33 cm (13 inch) lang is, wordt in het westen (tot Alaska) vervangen door de rood-asflikkering (C. cafer), die door veel autoriteiten wordt beschouwd als dezelfde soort als de geel-schacht omdat de twee vormen vaak hybridiseren. De campos, of pampas, flikkering (C. campestris) en de veldflikker (C. campestroides) – die soms als een enkele soort worden beschouwd – komen veel voor in oost-centraal Zuid-Amerika; het zijn donkerdere vogels met gele gezichten en borsten.

Geel-as flikkering (Colaptes auratus)

BM Shaub

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *