De Braden-schaal beoordeelt het risico van een patiënt op het ontwikkelen van decubitus door zes criteria te onderzoeken:
Zintuiglijke waarneming Bewerken
Deze parameter meet het vermogen van een patiënt om ongemak of pijn te detecteren en erop te reageren die verband houdt met druk op lichaamsdelen. Het vermogen om pijn zelf te voelen speelt in deze categorie, evenals het bewustzijnsniveau van een patiënt en dus hun vermogen om cognitief te reageren op drukgerelateerd ongemak.
MoistureEdit
Overmatig en aanhoudende huidvochtigheid kan een risico vormen om de integriteit van de huid in gevaar te brengen doordat het huidweefsel wordt geweekt en daardoor het risico loopt op epidermale erosie. Dus deze categorie beoordeelt de mate van vocht waaraan de huid wordt blootgesteld.
ActivityEdit
Deze categorie kijkt naar het niveau van fysieke activiteit van een patiënt, aangezien zeer weinig of geen activiteit atrofie kan stimuleren van spieren en afbraak van weefsel.
MobilityEdit
Deze categorie kijkt naar het vermogen van een patiënt om zijn lichaamshouding onafhankelijk aan te passen. Dit beoordeelt de fysieke vaardigheid om te bewegen en kan de cliënt betrekken bereidheid om te bewegen.
NutritionEdit
Bij de beoordeling van de voedingsstatus van een cliënt wordt gekeken naar hun normale dagelijkse voedingspatronen. Het eten van slechts porties maaltijden of het hebben van een onevenwichtige voeding kan wijzen op een hoog risico in deze categorie.
Friction and ShearEdit
Friction and shear kijkt naar de hoeveelheid assistentie die een cliënt nodig heeft om te bewegen en de mate van verschuiven op bedden of stoelen die ze ervaren. Deze categorie wordt beoordeeld omdat de glijdende beweging afschuiving kan veroorzaken, wat betekent dat de huid en het bot in tegengestelde richting bewegen en zo de celmembranen en haarvaten breken. Vocht verhoogt de gevoeligheid voor wrijving.