Kwesties van zorg
De juiste techniek moet worden gebruikt tijdens het testen om geldige resultaten te garanderen. Strakke of beperkende kleding moet worden verwijderd, zodat de onderzoeker de geteste spieren kan visualiseren en kan observeren op spiertrekkingen. De onderzoeker moet ook het gewricht stabiliseren en ervoor zorgen dat andere spieren geen hulp bieden. Spieren moeten eerst worden getest terwijl de zwaartekracht wordt geëlimineerd door de patiënt te positioneren, zodat de spiercontractie loodrecht op de zwaartekracht staat, zoals langs een onderzoekstafel of bed. Als de patiënt de spier niet kan aangrijpen terwijl de zwaartekracht is geëlimineerd, moet de onderzoeker een hand op de spier plaatsen en de patiënt vragen zijn of haar spieren weer samen te trekken. Hierdoor kan de onderzoeker een spiertrekkingen voelen, zelfs als een spiertrekkingen niet zichtbaar zijn. Deze waarneming zou een score van 0 onderscheiden van een score van 1. Wanneer de patiënt het volledige bewegingsbereik vertoont zonder zwaartekracht, moet de test tegen de zwaartekracht in worden herhaald voor het volledige bewegingsbereik. Als dit lukt, moet de patiënt worden uitgedaagd door een kleine mate van weerstand toe te voegen en vervolgens maximale weerstand door de onderzoeker. De onaangetaste of minder aangedane zijde moet eerst worden getest om ter vergelijking de contralaterale sterkte te meten; alle vier de ledematen moeten worden getest op volledigheid en als leidraad voor de differentiële diagnose op basis van zwakke patronen, zoals alleen de bovenste extremiteit, alleen de onderste extremiteit of proximale spieren in plaats van distaal.
De handmatige spiertestmethode van de Medical Research Council is heel gebruikelijk, eenvoudig uit te voeren en vereist geen speciale apparatuur. Ondanks deze voordelen heeft het ook zijn beperkingen. Scoren is subjectief op basis van de perceptie van de examinator. Er is variabiliteit tussen examinatoren voor de maximale weerstand die ze kunnen toepassen, aangezien sommige examinatoren sterker zijn dan andere. De test houdt geen rekening met aandoeningen van het bewegingsapparaat die testen pijnlijk of moeilijk te verdragen kunnen maken, zoals tendinopathie of artritis. De test is afhankelijk van de inspanning van de patiënt, die bij sommige patiënten mogelijk slecht is vanwege pijn, goed begrip van instructies, psychologische oorzaken of secundair gewin. Ten slotte classificeert het indelingssysteem het sterkteniveau, maar kwantificeert het niet rechtstreeks de sterkte.
De alternatieven voor het handmatige spiertestsysteem van de Medical Research Council is bedoeld om kracht direct te kwantificeren in termen van ponden, Newton of andere eenheden. Dit vereist gespecialiseerde apparatuur, meestal dynamometers. Dynamometrie biedt een nauwkeurigere meting van de kracht die een spier kan uitoefenen en kan het mogelijk maken dat verschillen in kracht in de loop van de tijd worden gevolgd die een onderzoeker mogelijk niet subjectief opmerkt bij gebruik van de MRC-schaal. Handgreepdynamometrie is een populair voorbeeld, waarbij de patiënt een handgreep samenknijpt die de uitgeoefende kracht registreert. Beperkingen van dynamometrie zijn onder meer de behoefte aan dure of gespecialiseerde apparatuur, beperkte spiergroepen die kunnen worden getest en beperkte beschikbaarheid van testapparatuur voor clinici in verschillende specialismen of instellingen.
Een andere benadering van het testen van spierkracht is het testen van functionele bewegingen in plaats van meetbare kracht. Voorbeelden van functionele tests zijn onder meer hurken of opstaan uit een stoel. Functionele krachttests geven informatie over of de patiënt sterk genoeg is om essentiële dagelijkse activiteiten uit te voeren, een beperking van zowel de Manual Muscle Testing-methode van de Medical Research Council als dynamometrie. Functionele sterktetests bieden echter geen cijfer of numerieke hoeveelheid die in de loop van de tijd kan worden gevolgd om verbetering te meten.