Adhān, (Arabisch: “aankondiging”), de moslimoproep tot openbare aanbidding op vrijdag (jumʿah) en tot de vijf dagelijkse uren van gebed. uitgeroepen door de muezzin, een dienaar van de moskee gekozen vanwege een goed karakter, terwijl hij aan de deur of zijkant van een kleine moskee staat of in de minaret van een grote. De adhān was oorspronkelijk een eenvoudig Kom tot gebed, maar, volgens de traditie raadpleegde Mohammed zijn volgelingen om de roeping waardiger te maken. De zaak was opgelost toen ʿAbd Allāh ibn Zayd droomde dat de gelovigen zouden worden opgeroepen door een omroeper. De standaard adhān kan worden vertaald als: “Allah is de grootste. Ik getuig dat er geen god is dan Allah. Ik getuig dat Mohammed de profeet van Allah is. Kom tot gebed. Kom tot verlossing. Allah is de grootste. Er is geen god maar Allah. ” De eerste zin wordt vier keer uitgeroepen, de laatste zin één keer, en de andere twee keer, waarbij de aanbidders een vast antwoord geven op elke zin. Shiʿis voegen vaak de zin toe: Ik getuig dat ʿAlī de vice-regent van Allah is aan de recitatie van de adhān.
Adhān
Britannica Quiz
Islam
Hoeveel weet u over de profeet Mohammed? Hoe zit het met heilige steden? Test je kennis van de islam met deze quiz.