De gouverneur van South Carolina kocht knopen zoals deze als een symbool van verzet tegen de Amerikaanse regering.
Tegen het einde van de jaren 1820 werd het noorden steeds meer geïndustrialiseerd, en het zuiden bleef overwegend agrarisch.
In 1828 hield het Congres een hoog beschermend tarief aangenomen dat de zuidelijke staten woedend maakte omdat ze vonden dat het alleen ten goede kwam aan het geïndustrialiseerde noorden. Zo verhoogde een hoog importtarief de kosten van Brits textiel. Dit tarief kwam ten goede aan Amerikaanse producenten van laken – vooral in het noorden. verminderde de Engelse vraag naar zuidelijke ruwe katoen en verhoogde de uiteindelijke kosten van afgewerkte producten voor Amerikaanse kopers. De zuiderlingen keken naar vice-president John C. Calhoun uit South Carolina voor leiderschap tegen wat ey noemde het “Tariff of Abominations”.
De verordening van vernietiging uitgevaardigd door South Carolina in 1832 voorafschaduwde de aankondiging van de afscheiding door de staat, bijna 30 jaar later.
Calhoun had het tarief van 1816 gesteund, maar hij realiseerde zich dat als hij een politieke toekomst in South Carolina zou hebben, hij zijn positie. Sommigen waren van mening dat deze kwestie voldoende reden was voor de ontbinding van de Unie. Calhoun pleitte voor een minder ingrijpende oplossing – de leer van vernietiging. Volgens Calhoun bestond de federale regering alleen op de wil van de staten. Daarom, als een staat een federale wet ongrondwettig zou vinden en schadelijk voor zijn soevereine belangen, zou hij het recht hebben om die wet binnen zijn grenzen te vernietigen. Calhoun bracht het standpunt naar voren dat een staat een nationale wet nietig zou kunnen verklaren.
De leden van de wetgevende macht van South Carolina verdedigden de rechten van de staten tegen de federale regering.
In 1832 drong Henry Clay door het Congres een nieuwe tariefwet, met lagere tarieven dan het tarief van Gruwelijkheden, maar nog steeds te hoog voor de zuiderlingen. Een meerderheid van de voorstanders van staatsrechten had het South Carolina State House gewonnen bij de recente verkiezingen van 1832 en hun reactie was snel. De South Carolina Ordinance of Nullification werd op 24 november 1832 in wet omgezet. Wat South Carolina betreft, was er geen tarief. Er was een lijn getrokken. Zou president Jackson het durven oversteken?
Jackson vond deze uitdaging op het gebied van de rechten van de staat terecht zo ernstig dat hij het Congres vroeg om wetgeving uit te vaardigen die hem toestaat federale troepen te gebruiken om federale wetten af te dwingen in het licht van vernietiging. Gelukkig werd een gewapende confrontatie vermeden toen het Congres, geleid door de inspanningen van Henry Clay, het tarief herzag met een compromiswet. Hierdoor konden de Zuid-Caroliniërs zich terugtrekken zonder gezichtsverlies te verliezen.
Achteraf bezien was Jacksons sterke, beslissende steun voor de Unie een van de grote momenten van zijn voorzitterschap. Als de vernietiging succesvol was geweest, kan de afscheiding ver achterblijven?